Crisisbeheer
Noodsituaties worden gecoördineerd op gemeentelijk, provinciaal of federaal niveau. Bij een nucleaire noodsituatie, kan de minister van Binnenlandse Zaken het nationaal nucleair en radiologisch noodplan activeren.
Bij een activatie van het noodplan is er samenwerking tussen gemeentelijke, provinciale, regionale, federale en internationale crisisstructuren.
De uitbater van een nucleaire site moet specifieke incidenten op zijn site verplicht melden aan de bevoegde overheid (FANC, Crisiscentrum). Aan de hand van een eerste risico-inschatting, gebaseerd op het technische bericht van de uitbater, bepaalt de overheid de noodklasse.
Een activatie van het nucleaire noodplan betekent niet noodzakelijk dat er impact is buiten de site.
Hoe de overheden reageren en welke beschermingsmaatregelen omwonenden moeten nemen, is afhankelijk van de ernst van de noodsituatie. Experts evalueren de situatie op basis van verschillende gegevens:
- gegevens van de uitbater
- resultaten van het Telerad-netwerk
- resultaten van de mobiele meetteams op het terrein.
Op basis van het strategisch advies van de experts, nemen de ministers in de beleidscel de nodige beslissingen om ieders veiligheid te verzekeren. Ze staan hiervoor in nauw contact met de betrokken gouverneurs en burgemeesters en worden ondersteund door vertegenwoordigers van de verschillende bevoegde overheden en diensten. De genomen maatregelen worden vervolgens naar de bevolking, de operationele actoren en de (inter)nationale partners gecommuniceerd.
Op Europees niveau geldt een alarmeringssysteem ECURIE (European Community Urgent Radiological Information Exchange) waarmee de lidstaten informatie over de situatie en de genomen maatregelen met elkaar uitwisselen.